Product
"Volg altijd je gevoel. Dat is wanneer de meest wijze beslissingen worden genomen." - Oprah Winfrey
In dit onderdeel behandelen wij de eerste P:
Product

Product

Prijs

Plaats

Promotie
Marketingbeleid: Wat bedoel je hiermee?
Food versus Non-food
Grote supermarktketens splitsen hun producten meestal op in meerdere productgroepen. Een productgroep is het geheel van producten die eenzelfde behoefte bevredigen. Een voorbeeld van een opsplitsing hierbij is: non-food en food.
Non-food producten vragen ten opzichte van levensmiddelen om een andere aanpak. Deze producten zijn vaak groter, moeten anders worden vervoerd en nemen veel ruimte in beslag in de winkels.
Supermarkten nemen tegenwoordig steeds meer non-food producten op in hun assortiment, dat overigens wekelijks verandert. Door deze producten via acties te verkopen, kunnen de supermarkten concurreren met speciaalzaken.Food
Food is de aanduiding voor producten die de behoeften naar voeding in de ruimste zin van het woord bevredigen. Letterlijk vertaald betekent dit begrip: 'voedsel'.
Voorbeelden: paprika, pasta, vleeswaren, dierenvoeding, ...

Non-food
Non-food is de aanduiding voor producten in supermarkten die niet eetbaar of drinkbaar zijn en dus niet tot de voeding behoren. Als we dit begrip vertalen uit het Engels betekent het letterlijk: 'geen voedsel'.
Voorbeelden: toiletpapier, boeken, waspoeder, cosmetica-artikelen en planten.
Wat houdt de marketingmix in?: Product
Als eerste zullen we de P van product behandelen. We bespreken hierbij het assortiment, merken en functies van de verpakking.
Het assortiment
Het assortiment omvat alle producten en diensten die een onderneming te koop aanbiedt.

In een dynamisch bedrijf wordt het assortiment voortdurend aangepast aan de noden van de consument en de veranderende tijdsgeest. Als voorbeeld kan je kijken naar de verandering van de seizoenen. In de zomer zal je sneller naar aardbeien grijpen, terwijl je in de winter bijvoorbeeld eerder rode kool klaarmaakt.
Nieuwe producten nemen de plaats in van bestaande producten, of vullen deze aan. Wanneer er een nieuwe nood of behoefte ontstaat, zullen er producten komen die deze nood of behoefte invullen.
Een assortiment kan je opdelen in verschillende branches. Een branche kunnen we omschrijven als een groep van bedrijven die samen actief zijn in een bepaalde groep goederen en diensten. Voorbeelden hiervan zijn: de speelgoedbranche, de doe-het-zelfbranche, de voedingbranche, de tuincentrabranche, ...

Opbouw van een assortiment
Een assortiment is opgebouwd in lagen. Allereerst zien we de laag van de assortimentsgroep. Hierin vinden we verschillende artikelgroepen terug. In de artikelgroepen zien we dan weer een aantal artikelsoorten die voorzien in dezelfde behoefte.
Daaronder kunnen we een aantal artikelen van dezelfde soort terugvinden, dit wel in verschillende uitvoeringen. Onder deze artikelsoorten vinden we dan ook nog eens artikelvariëteiten of kortweg artikelen. Dit zijn koopwaren die voorzien in de bevrediging van een behoefte.
Is dit nog niet duidelijk of bekijk je liever een filmpje om deze vraag op te lossen? Bekijk dan onderstaande video.
De dimensies van een assortiment
Zijn de dimensies van het assortiment voor jou nog steeds een 'vage' term? Bekijk dan even dit filmpje en lees goed de uitleg hieronder.

Voorbeeld hierboven: frisdrank, fruitsappen, vitaminedrank, ...
Met lengte bedoelen we de voorraad van een bepaald product. De lengte van een assortiment wordt bepaald door de voorraad van het artikel in hetzelfde merk, uit dezelfde uitvoering en in de zelfde maat.
Voorbeeld hierboven: Cola zero heeft een voorraad van 8 blikjes
Met diepte bedoelen we het aantal verschillende uitvoeringen van een bepaald artikel (het gemiddeld aantal variëteiten per productgroep in het assortiment). De diepte van het assortiment wordt bepaald door het aantal artikelsoorten. Je kan dit opsplitsen in een diep assortiment (veel verschillende soorten) en een ondiep assortiment (weinig verschillende soorten).
Voorbeeld hierboven: Cola, Cola light, Cola zero, ...
Met hoogte bedoelen we het aanbod binnen een bepaalde groep producten (het aantal kwaliteitsklassen, merken of prijsniveaus per productgroep in het assortiment). De hoogte van het assortiment wordt bepaald door de kwaliteits- of prijsklassen.
Voorbeeld hierboven: Fanta, Sprite, Cola, ...
Merken
Een merk is een handels-, product- of dienstnaam, een logo, teken of symbool, een kleur of vorm. Het maakt een bedrijf, product of dienst anders dan anderen.
Een merk krijgt vaak extra kracht door er een slagzin of slogan aan te koppelen. Een slogan is een korte tekst die wordt gebruikt voor propaganda of commerciële doeleinden.
Bron: Wikipedia
Een economische waarde
- De klant herkent het product en blijft het kopen zolang hij er tevreden over is = productidentificatie en productcontinuïteit
- Er gaat een bepaald imago uit van een merk.
- Bedrijven kunnen een hogere prijs vragen.
Een juridische waarde
Het product kan door een patent beschermd worden, zodat de concurrentie het niet kan gebruiken.
Een financiële waarde
Het merk behoort tot het immateriële vaste actief van een onderneming.

Kenmerken van sterke merken:
- Merkbekendheid: Het merk werkt voortdurend aan naamsbekendheid. Onbekend = onbemind.
- Merkreputatie: Het merk is een betrouwbare partner en bewaakt zijn imago en reputatie.
- Merkidentiteit: Het merk zorgt voor een sterke identiteit en persoonlijkheid. Wie ben je? Waar sta je voor?
- Merkbouwers: Het merk zorgt voor goede en tevreden medewerkers. Medewerkers zijn de belangrijkste marketeers.
- Merkvitaliteit: Het merk blijft bij de tijd, is actief en speelt in op actuele trends en ontwikkelingen.
- Merktoegankelijkheid: Het merk is in alle opzichten gemakkelijk bereikbaar en verkrijgbaar.
Soorten merken:

Fabrikantenmerken
Fabrikantenmerken kunnen we opsplitsen in:
- Individueel merk
- Collectief merk: de producent heeft een overkoepelende merknaam; het is een teken van één of meerdere gemeenschappelijke kenmerken te onderscheiden van producten voor verschillende bedrijven.

Winkeliersmerken of distributiemerken
Dit zijn merken die voor één bepaalde winkel worden gemaakt. Ze zijn uitsluitend te verkrijgen bij het verkooppunt van de handelaar. Ze willen winkeltrouw bewerkstelligen en daarom zijn de prijzen vaak laag.

Merkloze merken
Deze producten hebben geen merknaam. Ze zij goedkoop en er is een goede prijs/kwaliteit-verhouding.

Multibrandstrategie
De producent brengt 'een eigen concurrerend product' op de markt.
De verpakking
Een verpakking van een product heeft verschillende functies. De belangrijkste functie die wij kennen is de commerciële functie, maar hiernaast zijn er ook nog de technische functie en de ecologische functie.
Technische functie
Ze beschermt het product bij transport, bewaart de hygiëne of beschermt tegen verderf.
Commerciële functie
Ze trekt de aandacht van de klant en ze draagt alle nodige en verplichte informatie: naam, inhoud, samenstelling, ...
Ecologische functie
Verpakking is een milieuprobleem geworden. Producenten moeten rekening houden met milieunormen. Consumenten moeten zich bewust zijn van het probleem.

Tijd om je portfolio verder aan te vullen!
Blader in je werkboek naar pagina 53. Lees de opgave en verwerk de antwoorden in een verslag van minstens 1 A4-papier in het opgestelde lettertype/lettergrootte.
Doe dit op basis van het sjabloon dat je kan vinden op Google Classroom. Zorg dat je een doorlopende tekst schrijft waarin de antwoorden op alle opgegeven vragen voorkomen.
Als dit klaar is, mag je het bestand indienen.